Wellicht zal je af en toe nog vragen of problemen hebben. Richt je dan tot één van de instructeurs. Je vriend met 100 sprongen is ongetwijfeld hulpvaardig en vol goede bedoelingen, maar bij de instructeurs krijg je zeker de correcte informatie. Versta je iets niet of twijfel je, stel de vraag nog een keer, daarvoor zijn we er.
Hieronder vind je alvast enkele zaken waar je moet op letten. Neem deze algemene richtlijnen goed door. Onder deze sectie vind je verder ook 5 suggestie-sprongen die je kan gebruiken om je solo's beter in te vullen.
Werk tijdens je solo’s de skills bij die niet 100% waren in je cursus (exits, salto, ...).
Bouw je openingshoogte progressief af tot 3500ft.
Voer tijdens je solo’s minstens 1 sprong op lagere hoogte (5000ft) uit.
Controleer je materiaal van zodra je het afhaalt aan het magazijn.
Laat je in de loods controleren door een instructeur van zodra je gefit bent.
Brief voor jezelf een sprong van exit tot landing. Doe dit elke sprong weer en laat je hierbij begeleiden door een instructeur.
Simuleer je noodprocedure in 4 stappen voor elke sprong.
Check de windrichting voor je je naar het instijgpunt begeeft (windzak, kijk ook waar de zon staat t.o.v. de landingsrichting).
Luister naar de dropverantwoordelijke voor de exitvolgorde.
Informeer je over de vliegas en vraag info over werken op de as en over de safe zones (ook onder koepel)!
Check je materiaal en laat je pin checken bij “2 minuten voor drop”.
Verzorg je lichaamspositie in vrije val: armen 90 graden, schouderbladen tegen elkaar, bekken vooruit, onderbenen 45 graden, voetzolen “tegen plafond”, relax en arch.
Check regelmatig je hoogte tijdens de vrije val, openen van je valscherm heeft altijd voorrang op onstabiliteit.
Bepaal je vliegcircuit onder koepel, kijk uit voor andere koepels.
Zolang je het B-brevet niet behaald hebt, laat je je logboek aftekenen door een instructeur.
Het basisveiligheidsreglement is verplichte lectuur voor elke springer!
Have fun!